Grootste pensioenhervorming sinds WO II

Waarom moet de pensioenleeftijd omhoog?
In 1960 gingen de mensen rond hun 65ste op pensioen en konden er gemiddeld maar 4 jaar van genieten.
In 2010 ging men gemiddeld met pensioen op zijn 60ste en kunnen de mensen er gemiddeld 21 jaar van genieten.
Op zich is dit mooi en aantrekkelijk, maar dit heeft wel een kostenplaatje. Als we zo blijven verder doen stijgt de kost voor de pensioenen tegen 2019 met 8 miljard euro.
Door de pensioen hervorming kunnen we de pensioen tekorten beperken tot 4,2% van ons bbp.
Door de wettelijke pensioenleeftijd te verhogen van 65>67 jaar dalen de vergrijzingskosten met 7,2 miljard euro. De gemiddelde pensioenleeftijd komt hiermee van 59>63 jaar.
Wel te verstaan het aantal gewerkte jaren blijft voor iedereen op 44 jaar om een volledig pensioen te bekomen.
Verder krijgt iedereen die langer werkt een hoger pensioen en mag iedereen na zijn pensioen onbeperkt bijverdienen.
Als je één jaar langer werkt krijg je maximum 612€ per jaar meer. Maar het juiste bedrag hangt af van je beroepsinkomen.
Vanaf 1 juni 2017 kan je ook studiejaren gelijkstellen, op voorwaarde dat je een bijdrage betaald. Per gelijkgesteld studie jaar krijg je 226€ pensioen per jaar meer. Pas op: dit telt alleen voor de studiejaren na je 20ste verjaardag.
Maar een hoger bruto pensioen wil niet zeggen dat je steeds een hoger netto pensioen ontvangt.
Dus kan je beter nog even afwachten hoe onze pensioenfiscaliteit evolueert, je hebt ten slotte nog 3 jaar de tijd.
Je kan ondertussen wel als 55 plusser een raming vragen via mypensioen.be of op het gratis nummer 1765.
Voorbeelden van landen die hun pensioenleeftijd verhogen : 

Zweden 2011 > 67jaar

Griekenland 2021 > 67 jaar

Nederland 2021 > 67 jaar

Denemarken 2022 > 67 jaar

Frankrijk 2023 > 67 jaar

Duitsland 2029 > 67 jaar

England 2028 > 67 jaar

Ierland 2028 > 68 jaar

België 2030 > 67 jaar

Auteur : E.Cauwenberghs.